12 juli 2023
Hervormingspakket voor arbeidsmarkt
Begin april presenteerde de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een hervormingspakket voor de arbeidsmarkt. Het doel van de aangekondigde maatregelen: een beter evenwicht tussen meer (inkomens)zekerheid voor werknemers en meer wendbaarheid voor werkgevers. Voor het onderdeel ‘wendbaarheid’ waren onze ogen gericht op de nieuwe ‘Crisisregeling Personeelsbehoud’, als opvolger van de deeltijd-WW. Helaas biedt deze crisisregeling niet de beloofde – en nodige – tools om minder afhankelijk te worden van flexibele arbeid.
CRISISREGELING MIST WENDBAARHEID VOOR TERUGDRINGEN FLEX’
Pleidooi voor structurele crisisregeling
VNO-NCW Brabant Zeeland pleit al enkele jaren voor een structurele regeling gericht op het behouden van banen bij het onverwacht wegvallen van werk: in principe een vorm van deeltijd-WW zoals we deze ook terugzien in België en Duitsland. In deze landen kunnen vaste banen behouden blijven omdat de uren van medewerkers tijdelijk naar beneden kunnen worden bijgesteld tijdens een noodsituatie. Bijvoorbeeld: het wegvallen van een belangrijke opdracht of problemen in de toeleveringsketen. Het gaat om situaties die onvoorzien zijn, en wanneer er op korte termijn zicht is op hervatten van de werkzaamheden. Vooral voor de maakindustrie – die nogal eens te maken heeft met conjunctuurschommelingen - is dit relevant.
Coalitieakkoord: nieuwe deeltijd-WW
We vroegen het kabinet daarom om zo’n regeling ook in Nederland te ontwikkelen om bedrijven minder afhankelijk te maken van flexibele arbeidskrachten voor het opvangen van tegenslagen. Verschillende politici omarmden ons pleidooi en eind 2021 zagen we ‘deeltijd-WW’ ook terug in het coalitieakkoord. Het kabinet gaf aan ‘de verschillen tussen vast en flex te willen verkleinen’ door ‘uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter te reguleren’ en ‘interne flexibiliteit en weerbaarheid van bedrijven te vergroten’. Hiervoor zou een ‘budgettair neutrale deeltijd-WW worden uitgewerkt’.
Crisisregeling geen goede tool
Helaas zien we de bedoeling uit het coalitieakkoord (en onderliggend SER-advies) op dit punt onvoldoende terug in het arbeidsmarktpakket van de minister. De voorgenomen deeltijd-WW - die zou moeten bijdragen aan het vergroten van de interne wendbaarheid en flexibiliteit - is omgedoopt tot de ‘Crisisregeling Personeelsbehoud’ en vooral gericht op het opvangen van calamiteiten onder bepaalde voorwaarden. Bedrijven kunnen géén beroep doen op de regeling bij ‘bedrijfseconomische omstandigheden’ die ‘onder het ondernemersrisco vallen’, zoals in België en Duitsland wel kan. Natuurlijk willen we als maatschappij geen reguliere bedrijfsrisico’s overnemen, maar: voor het terugdringen van flexcontracten zijn juíst ook bedrijfseconomische omstandigheden van belang. Nu worden onverwachte schommelingen in werk voor het grootste gedeelte opgevangen door een flexibele schil - en wilden we daar niet vanaf?
Vooralsnog lijkt het fundament van onze doorgeslagen flexmarkt – het gebrek aan wendbaarheid binnen vaste contracten – dus niet te worden aangepakt, terwijl flexibele arbeid wel strenger wordt gereguleerd. Een gemiste kans voor het écht hervormen van onze arbeidsmarkt.