Hoe houden we onze innovatieve industrie op het wereldtoneel?
De innovatieve techindustrie in Brabant behoort tot de absolute wereldtop. Toch kiezen startups steeds vaker voor groei buiten Nederland. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de innovatieve techindustrie in Nederland mee kan blijven doen op het wereldtoneel?
Onlangs analyseerde Mario Draghi, oud-premier van Italië, de kansen en uitdagingen voor de Europese Unie. En zijn conclusie loog er niet om: de EU loopt wezenlijk achter op China en de VS als het gaat om technologie en innovatie. Investeerders in tech-startups kiezen steeds vaker voor groei in deze landen en 30% van de meest kansrijke startups heeft de EU al verlaten. Daarbij komt dat de concurrentiepositie van EU-bedrijven steeds verder onder druk staat door Chinese staatssubsidies. Werk aan de winkel dus.
En dat geldt ook voor Nederland. We zien dat het opschalen van innovatieve tech-startups steeds ingewikkelder wordt door belemmeringen op het gebied van stroom, financiering, onderzoek, export en talent. Zo is ons land in vijf jaar tijd van plaats twee naar plaats zeven gedaald op de WIPO-innovatieranglijst. Investeerders maken een geopolitieke afweging en bedrijven die in potentie kunnen uitgroeien tot spelers van wereldformaat verlaten Nederland. Een zorgelijke ontwikkeling omdat het de concurrentiepositie van onze gehele industrie raakt, en daarmee ons toekomstig verdienvermogen. Soms wordt nog te weinig beseft dat we voor onze welvaart afhankelijk zijn van de bedrijven die ons op het gebied van onderzoek en innovatie in de wereldtop plaatsen.
Wat moet er dan gebeuren? Ten eerste is moeten we met andere EU-landen afspraken maken over een industriebeleid dat kan concurreren met dat van China en de VS. Dat moet gaan over een sterk én gelijk level-playing-field op het gebied financiering, export en energieprijzen. Ten tweede is het van belang dat Nederland mee kan blijven doen in de mondiale ‘war on talent’. Voor bedrijven die behoren tot de innovatieve wereldtop moet het mogelijk zijn om de ‘knappe koppen’ van de toekomst naar Nederland te halen. Ten derde moet het voor startups mogelijk zijn om te kunnen opschalen en doorgroeien. De beschikbaarheid van stroom en grond is schaars, maar voor deze bedrijven wel nodig. Dat vraagt om keuzes van lokale bestuurders, die daarbij worden uitgedaagd om kansen op regionaal en zelfs nationaal niveau te herkennen en verzilveren.
Anne Deelen