13 oktober 2022
Brabantse en Zeeuwse werkgevers gunnen werknemers hoger salaris, “Maar versnelde verhoging door kabinet zorgt voor grote problemen”
Het versneld verhogen van het wettelijk minimumloon (WML) is niet dé oplossing voor de koopkrachtcrisis. Dat zegt werkgeversvereniging VNO-NCW Brabant Zeeland. Volgens de vereniging gunnen werkgevers hun werknemers meer salaris, maar zorgt een versnelde, structurele verhoging van ruim 10% per 1 januari 2023 voor grote problemen. “Los tijdelijke inflatie op met tijdelijke maatregelen. Het kabinet heeft andere knoppen waar ze aan kan draaien én waaraan werkgevers graag willen bijdragen,” zegt Anne Deelen, belangenbehartiger arbeidsmarkt bij VNO-NCW Brabant Zeeland.
Doorberekenen vaak onmogelijk
Veel werkgevers maken zich grote zorgen over de financiële positie van hun werknemers. Toch is het verhogen van het minimumloon in één klap niet de oplossing. “We horen van onze leden dat zij hun werknemers heel graag willen helpen, maar dat de huidige opeenstapeling van kosten voor sommige ondernemers gewoon niet meer is op te brengen,” aldus Deelen. “Net als werknemers hebben bedrijven te maken met een hoge energierekening. Daar komen de gestegen grondstofprijzen en in sommige gevallen het terugbetalen van coronaschuld nog eens bij.”
Uit een recente enquête blijkt dat een vijfde van de ondernemingen voor het eind van dit jaar verlies lijdt en dat een derde van hen geplande investeringen moet uitstellen. Meer dan de helft van de bedrijven zegt de kosten niet te kunnen doorberekenen aan zijn klanten of afnemers. ”En wanneer bedrijven de prijzen wél omhooggooien, houd je de inflatie in stand en moeten de lonen weer verder omhoog. Die situatie wil je écht niet,” zegt Deelen.
Koopkracht verbeteren
Dat er iets moet worden gedaan aan de koopkracht van de groep meest kwetsbare werknemers is volgens de werkgeversvereniging wel duidelijk. “Maar er zijn betere manieren,” vervolgt Deelen. “De hoge energiekosten zijn hopelijk tijdelijk van aard, maar verhoging minimumloon wordt bij normalisatie van de energieprijs natuurlijk niet teruggedraaid.” In het regeerakkoord is afgesproken om het WML in drie stappen te verhogen tot 7,5%. “Dan is 10,15% ineens wel een hele grote, structurele stap, die ook effect zal hebben op andere loonschalen binnen een onderneming. We willen daarom bekijken welke alternatieven er zijn om de kwetsbare groep tijdens deze crisis te ondersteunen.” De vereniging ziet een aantal flexibele crisismaatregelen waarbij werknemers netto meer overhouden.
Alternatieven
“Koppel de structurele inflatie los van de tijdelijke inflatie door de hoge energiekosten.” Concreet betekent dat er afspraken moeten komen over structurele loonstijging en tijdelijke loonstijging, via eveneens tijdelijke maatregelen. Een alternatief dat veel wordt genoemd is het verruimen van de werkkostenregeling (WKR). Via deze regeling kunnen werkgevers een onbelaste vergoeding aan hun werknemers geven om in de gestegen energiekosten te voorzien. Een andere mogelijkheid is het tijdelijk verlagen van de inkomstenbelasting of het de sociale lasten die werknemers afdragen. Deelen: ”We hebben meerdere knoppen om aan te draaien. Bij het verhogen van het minimumloon worden de kosten voornamelijk bij bedrijven neergelegd. Dat kan echt anders.”