ZONDER WEGEN STAAT BRABANT STIL

241.417 kilometer file in één jaar. Zes keer de aarde rond – maar dan op z’n Brabants. En dat is pas het begin. De Noord-Brabantse infrastructuur staat zwaar onder druk. Het is precies de reden waarom VNO-NCW Brabant Zeeland al tientallen jaren lobbyt voor de verbreding van een aantal cruciale wegen in onze provincie. In 2025 ligt de focus op twee hoofdpijndossiers: de A58 en de N279. De A58 is een belofte van de Rijksoverheid die inmiddels al tien jaar wacht op uitvoering. De N279, tussen Veghel en Asten, schreeuwt net zo hard om verbreding. Maar waarom zet het bedrijfsleven zich eigenlijk in voor verbreding van (snel)wegen in de provincie Noord-Brabant?

Brabant groeit. Het aantal inwoners, woningen en vervoersbewegingen neemt in hoog tempo toe. Die groei legt extra druk op het Brabantse wegennet, dat in 2024 piepte en kraakte: met 241.417 kilometer aan file kende Brabant de op een na hoogste filedruk van Nederland. Als we niets doen, blijft de regio letterlijk stilstaan

Wat zijn oplossingen voor deze druk op het wegennet? Ook buiten de (snel)weg zijn die – natuurlijk – voorhanden. Meer fietsen, lopen of reizen met het openbaar vervoer verlaagt de druk op het wegennet. De praktijk toont echter dat de mobiliteitstransitie enorm onder druk staat. Bezuinigingen op het Openbaar Vervoer, gebrekkige bereikbaarheid van werklocaties zoals bedrijventerreinen en achterblijvende investeringen in fietsvoorzieningen: samen maken ze een sombere, taaie realiteit. Wat VNO-NCW Brabant Zeeland betreft moet met name in en rondom steden fors worden geïnvesteerd in de fietsvoorzieningen.

In lijn met deze trend maken grote steden, waaronder Eindhoven en Tilburg, de binnenstad autoluwer. Daardoor verplaatst verkeer zich naar randwegen, waardoor de druk daar nóg meer toeneemt. Terwijl die wegen nu al tekortschieten. Investeringen in deze randwegen zijn noodzakelijk, maar liggen grotendeels stil. De stikstofimpasse is daar de belangrijkste oorzaak van, naast personeels- en geldtekorten

Alleen verandert dat niks aan de simpele uitkomst: géén goede infrastructuur betekent géén sterke economie. Terwijl Brabant in alle opzichten groeit, blijven noodzakelijke investeringen in het wegennet uit. Het wordt tijd dat Brabant het wegennetwerk krijgt dat past bij de (economische) groei.