2 juli 2019

Financieel & Juridisch

"de wettelijke bedenktermijn"

De wettelijke bedenktermijn maakt dat een werknemer een vaststellingsovereenkomst binnen 14 dagen na de datum van totstandkoming, kan ontbinden. Daarvoor is niet vereist, dat de overeenkomst is ondertekend. Voor totstandkoming is slechts vereist dat de afspraken op schrift staan en dat partijen hebben aangegeven akkoord te zijn. Recent behandelde ik een zaak waarin in de overeenkomst was gekozen voor een van de wettelijke bedenktermijn afwijkende formulering, namelijk dat ontbinding mogelijk was binnen 14 dagen ná ondertekening (i.p.v. overeenstemming). Het moment van ondertekening (26 december) lag later dan het moment van overeenstemming (20 december), zodat de werknemer een langere bedenktermijn had. Hij ontbond op 7 januari: later dan 14 dagen na overeenstemming, maar binnen 14 dagen na ondertekening. De werkgever hield vast aan de wettelijke bedenktermijn: daar waar m.b.t. de bedenktermijn ‘ondertekening’ was geschreven bedoelde hij ‘overeenstemming’. Die vlieger ging niet op. Immers (I) de werkgever had de overeenkomst zelf opgesteld en (II) artikel 7:670 lid 2 BW waarin de wettelijke bedenktermijn is vastgesteld betreft dwingend recht. Dat betekent dat dit recht niet beperkt mag worden. Het is echter wel toegestaan om een ruimere termijn voor de werknemer af te spreken.

MR. JESKE VAN HOECKEL ADVOCAAT ARBEIDSRECHT Sieben Advocaten

Gerelateerd