Partner

18 maart 2024

Innovatie & Duurzaamheid

Column: Koningin Máxima en mijn gepoetste schoenen

Met een flinke vaart zoefde een man van de skipiste in St. Anton. Off-piste, nota bene. Het was de vader van een vriend van mij. Een man van vijfenzeventig.

“Er is nergens bepaald dat dit niet mag op je 75ste”, sprak hij kras. Ik dacht op dat moment bij mezelf: “Waarom ook niet? De meeste beperkingen leg je jezelf op.” Met een brede zwaai vervolgde hij zijn afdaling. Op weg naar de dichtstbijzijnde skilift en daarna ongetwijfeld een nieuw avontuur op twee dunne latten. Ik moest direct denken aan een gevoel van vrijheid, dat natuurlijk voor elk mens anders is, maar ongetwijfeld iedereen herkent. Een geluksmoment van ‘je omgeving en de context vergeten’. Met volle teugen genieten.

Die oudere man op de skipiste zat ook in zo’n moment. Off-piste tussen de naaldbomen en de nodige rotsblokken. Een symbool van levensgeluk, te midden van jonge waaghalzen op snowboards en bigfoots. Toen ik thuis was, kreeg ik dat plaatje niet uit mijn hoofd. Een contrast van oud en nieuw samen op een berg in Oostenrijk. De één een heel leven achter zich en anderen een kruiwagen vol jaren om nog voor te leven. Allemaal op zoek naar die ene kick.

En ik? Ik begeef me ergens in het midden, tussen jong en oud, en bovendien tussen het zoeken naar geluksmomenten en het regisseren van de lange termijn. Als vader van een gezin met opgroeiende kinderen en als CEO met een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de mensen die hier werken, de partners waarmee we dat doen en natuurlijk de duizenden eindgebruiker die in onze gebouwen leven en werken.

Natuurlijk geniet ik van de bergen, mijn familie en een trip in de sneeuw, maar niet zonder de bigger picture in het oog te houden. De volgende generaties en hun geluksmomenten. En dat blijkt lastig voor de meeste mensen. Of voor organisaties die nu financiële klappers kunnen maken. Ze zitten midden in het moment. Voor even doet de wereld van morgen er niet toe. En dat is volkomen menselijk, maar op de lange termijn absoluut onhoudbaar.

Het gaat niet over intelligentie, maar over patronen, angsten en over vertrouwen, denk ik. Dat is de reden dat mensen en organisaties eindeloos hetzelfde blijven doen, terwijl iedereen weet dat we daarmee niet verder komen.

Die conclusie werd bevestigd tijdens mijn opleiding Sustainbility & Governance aan business-school Insead. Met 32 klasgenoten uit 12 landen spraken we afgelopen jaar over klimaatakkoorden, economische groei en de impact op de aarde. In een opdracht die we moesten uitvoeren in verschillende teams, waarin we allemaal fictief eigenaar waren van een vissersvloot, moesten we ervoor zorgen dat we qua business konden groeien en tegelijkertijd de zee niet leegvisten. Degene met de meeste omzet zou het spel winnen. En je raadt het vast al … We kwamen met elkaar niet tot eindstreep; de zee was voor het einde van het spel leeggevist. Simpelweg, omdat we - ondanks waarschuwingen en onderlinge berekeningen – voor winstmaximalisatie gingen. We verloren ons in het moment en toen was het over en sluiten.

In de klas konden we er met het schaamrood op de kaken om grinniken. Hoe kon het gebeuren? Zoveel slimme mensen en dan toch zulke kortzichtige beslissingen? Als je de vissersvloot-casus plot op de vastgoedsector dan zie je in feite precies hetzelfde. We weten dat we zo niet verder kunnen en toch veranderen we ons model in de meeste gevallen niet.        

Het is niet voor niets dat we langzaam toegaan naar meer opgelegde verantwoordelijkheid. CSRD is er zo één. Corporate Sustainability Reporting Directive. Een Europese duurzaamheidsrichtlijn die voor beursgenoteerde bedrijven in 2024 al verplicht is (zoals grootbanken) en vanaf 2025 voor niet beursgenoteerde bedrijven. Het is een pittige maatregel, maar in mijn ogen een noodzakelijke. We kunnen klaarblijkelijk als bestuurders het roer niet zelf omgooien. Dat lukt ons niet.

Ja, natuurlijk ben ik daarom blij met CSRD. Bij JAJO willen we koploper zijn in duurzaamheid en daar hoort verantwoording afleggen zeker bij. CSRD helpt appels met appels te vergelijken. Het geeft een leidraad om de duurzaamheidsinspanningen beter meetbaar, inzichtelijk en vergelijkbaar te maken. Het geeft een onderbouwing van alle duurzaamheidsclaims in de huidige markt.

In 2024 werken we aan een conceptrapportage en in 2025 zijn we ready. Zo kunnen we ons economisch verantwoorden, maar ook qua duurzaamheid. Dat is een mooie volgende stap. Er is daarna nog veel werk te verzetten, maar in 2030 is JAJO CO2-netto-neutraal. Daar gaan we voor!

Dit gezegd hebbende, besef ik me direct dat CSRD en de stappen die wij zetten voor veel collega-vastgoedbedrijven ver-van-het-bed is. Ze zijn er nog niet mee bezig of vragen zich af waar te beginnen. Voor sommige kleinere organisaties in onze sector zal CSRD en de gehele set van duurzaamheidseisen zelfs leiden tot rigoureuze keuzes: ‘Kan ik nog wel blijven voortbestaan of sluit ik aan bij een grotere bouwgroep?’ Dergelijke vragen klinken nu al door in de markt.

En dat is niet zo gek. Je hebt als organisatie kennis in huis nodig om je CSRD-rapportages op orde te hebben. Schaalgrootte is dan een voordeel. Een kleine aannemer moet dat op een andere manier zien te regelen. Die boodschap landt nu in onze sector en het zal er niet rustiger op worden.

Er zullen marktpartijen zich gaan verenigen, dat kan in de vorm van overnames, maar natuurlijk ook anders. Die ontdekkingstocht gaat ook plaatsvinden. Bij JAJO staat onze deur open voor organisaties, op zoek naar een sterke structuur, boordevol kennis. We hebben een stevig platform staan. Niet alleen dromerig voor dat ene geluksmoment, maar realistisch en duurzaam, met een scherpe blik op de toekomst gericht.  

Over Ivo van der Mark:

Ivo van der is CEO bij JAJO.

Anderen omschrijven Ivo als een mensen-mens. Dat klopt ook wel. Ivo krijgt energie van het inspireren en motiveren van mensen. Van jongs af aan heeft hij al een duidelijke toekomstvisie. Hij stelt doelen en heeft ambities.

Zo maakt Ivo zich hard voor de noodzakelijke transitie naar een circulaire economie en stimuleert hij medewerkers van JAJO om te gaan voor de hoogst mogelijke klanttevredenheid. Ook onderschrijft hij het belang van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb). JAJO is dan ook koploper op dit gebied. Hij hoopt dat de bouwbranche zich meer gaat inzetten voor deze onderwerpen, want daar valt nog veel te winnen.

Ivo geniet ervan om zich in de medemens te verdiepen. Samen te praten en te sparren. Hij wil graag een inspirator zijn. Een voorbeeld voor de mensen om hem heen, zowel zakelijk als privé. Laten zien dat als je een droom hebt, je deze vast moet grijpen. Dat je erover moet praten met mensen in je omgeving. Het heeft zelden met geld van doen, maar bijna altijd met de wil om iets te realiseren.