22 augustus 2019

Een dag in het leven van een advocaat: hoe ‘Suits’ ben ik?

Als ik mensen vertel wat ik doe voor de kost, komen alle vooroordelen al snel op tafel. Vergelijkingen met de populaire (heel erg Amerikaanse) advocatenserie Suits en de (weliswaar minder Amerikaanse, maar nog steeds niet erg met de realiteit overeenstemmende Nederlandse) advocatenserie ‘Zuidas’ zijn al snel gemaakt. Advocaten rijden strak in pak in snelle auto’s naar de rechtbank, houden daar de hele dag briljante vurige betogen en krijgen de (in de series vrijwel altijd wat nukkige) rechter uiteindelijk overtuigd door gewiekst op allerlei mazen in de wet te wijzen, waarna de rechter met zijn hamertje slaat om te laten weten dat de zaak is afgedaan. Zelfs mijn vrienden denken dat ik de hele dag ‘OBJECTION!’ (of een soortgelijke Nederlandse term) in de rechtszaal sta te roepen. Wat is er waar van dit alles? Niet zoveel helaas.

In de rechtszaal

Ik heb mijn vrienden weleens gevraagd naar hun inschatting van de tijd die ik per week in de rechtszaal doorbreng. Schattingen liepen uiteen van een voorzichtige 50 procent naar ongeveer 80/90 procent. Zelfs de voorzichtige inschatting is nog te ruim. Ik zie best weleens een rechtszaal van binnen, maar ik ben zeker niet de helft van mijn tijd in de zittingszaal te vinden. Dat geldt overigens voor de meeste advocaten. Waarom niet? Juridische procedures worden veelal schriftelijk afgehandeld. Dat betekent dat ik met name op kantoor achter mijn pc zit. Dat is natuurlijk minder spannend dan een vurig betoog in de rechtszaal, maar wel de realiteit. En de zitting dan? Die komt er meestal wel, maar dan zijn de standpunten van partijen al grotendeels bekend. Veel ruimte om briljante mazen in de wet op te werpen tijdens de zitting is er dan ook niet. Gelukkig zijn de meeste rechters trouwens ook niet zo nukkig als de series vaak doen geloven. De zittingen worden met name gebruikt om vragen over de schriftelijke stukken te beantwoorden en om te bekijken of partijen onderling tot een oplossing kunnen komen zonder dat de rechter uitspraak hoeft te doen (de zogenoemde schikking).

Mijn eerste zitting

Ik krijg ook vaak de vraag hoe mijn eerste zitting bij de rechter was. Je hoort advocaten altijd zeggen dat je eerste zitting je altijd bijblijft. Dat is in mijn geval niet anders. Ik moest een collega vervangen die door omstandigheden niet kon. Die zitting was meteen bij de hoogste bestuursrechter van Nederland (De Raad van State). Dat deed mijn zenuwen niet veel goed. De zaak werd behandeld door een zogenoemde ‘meervoudige kamer’. Dat houdt in dat je 3 rechters (staatsraden genoemd) tegenover je hebt. Ook dat deed mijn zenuwen niet veel goed. Desondanks dacht ik dat ik mijn zenuwen redelijk onder controle had. Dat veranderde toen ik me meldde bij de portier van de Raad van State. Ik vertelde hem dat ik voor de zitting kwam. Hij keek me eens doordringend aan, zei even niets en zei toen ‘rustig maar jongen, het komt allemaal wel goed’. Ik kon wel door de grond zakken of in de nabij gelegen vijver bij het Binnenhof springen… Ondanks de zenuwen hebben we de zaak gelukkig wel gewonnen.

Strakke pakken en snelle auto’s

De ‘strakke-pakken-cultuur’ heerst gelukkig niet bij ons op kantoor. Brabantse nuchterheid wel en daarom voel ik me thuis. Overigens heb ik ook niets aan strakke pakken met dure schoenen als ik bij klanten, zoals boeren en bouwbedrijven, op bezoek ga. Dan heb ik meer aan goed paar laarzen. En de snelle auto’s dan? Hiervoor heb ik een tijd lesgegeven op een HBO-Rechtenopleiding. Ik vroeg ‘mijn’ studenten dan wat ze dachten dat een advocaat verdient. Er werd met bedragen gesmeten waarop sommige partners van grote advocatenkantoren jaloers zouden zijn. Het grappige is dat de minimumsalarissen voor beginnend advocaten gewoon te vinden zijn op internet. Die zijn namelijk door de Orde van Advocaten (onze toezichthoudende instantie) vastgesteld. Toen ik de salarissen aan de studenten liet zien, antwoordde er één: ‘daar kom ik m’n bed nog niet voor uit.’ Zo, daarmee was weer een vooroordeel over de advocatuur de wereld uit geholpen.

OBJECTION!

Dan blijven het hamertje en ‘OBJECTION!’ over. Helaas gebruiken rechters geen hamertjes, maar ik zou het best tof vinden als ze dat wel deden. Af en toe ‘ORDER!’ roepen hoort er dan natuurlijk ook bij. Mijn steun hebben ze. Dat biedt mij ook de gelegenheid om in ieder geval één keer in mijn advocatencarrière ‘OBJECTION!’ te roepen. Dat lijkt me stiekem immers best wel stoer.

Vragen aan Rico?

Heb je naar aanleiding van dit artikel een vraag? Of heb je een vraag over vastgoed of je onderneming? Neem dan contact op met Rico Ligtvoet, via de mail (r.ligtvoet@gca.nl) of via de telefoon (0493-352070)